Partneralimentatie in overleg of laten berekenen door de rechter?

Bij een scheiding komt vroeg of laat de vraag of er partneralimentatie afgesproken moet worden. Is het mogelijk dit in onderling overleg te doen? En zo ja, hoe leg je partneralimentatie in overleg vast?

partneralimentatie in overleg

Behoefte

Partneralimentatie begint eigenlijk altijd met de vraag of het nodig is. Hebben beide partners een eigen inkomen waarmee zij in eigen levensonderhoud kunnen voorzien? Soms is dit niet het geval en dan zou financiële hulp van de ex-partner erg welkom zijn. De vraag is dan natuurlijk hoe de behoefte bepaald wordt. Dit kan in onderling overleg. Als een overzicht van inkomsten en uitgaven gemaakt wordt en daaruit blijkt dat er maandelijks € 500 tekort is dan kan dit de behoefte zijn. Er is ook een richtlijn om de de behoefte te berekenen. Meneer Hof heeft dit ooit bedacht, vandaar de naamgeving Hof-methode. Hiervoor neem je het netto inkomen van beide partners samen en dan is 60% van dit bedrag de behoefte. Als er kosten voor de kinderen zijn moeten deze eerst in mindering worden gebracht op het gezamenlijk inkomen.

Stel partner 1 verdient € 3.000 en partner 2 verdient € 2.000, samen dus € 5.000. De behoefte voor beiden is dan 60% van € 5.000 is € 3.000. Het mag duidelijk zijn dat partner 1 geen behoefte heeft maar partner 2 heeft een behoefte van € 1.000.

In de praktijk blijkt vaak dat partners geen financiële hulp van elkaar willen. Dit zou betekenen dat in het voorbeeld partner 2 genoegen neemt met € 2.000 of gaat zoeken naar uitbreiding van het inkomen. Maar soms blijkt dat de werkelijke behoefte lager is dan € 1.000 omdat de uitgaven meevallen en er prima te leven valt van een lager bedrag. In dergelijke gevallen spreken partners dus partneralimentatie in overleg af. Ze bepalen samen hoeveel er nodig is en laten dit vastleggen in hun convenant samen met alle overige afspraken.

Draagkracht

Soms is er wel behoefte maar kan de andere partner dit niet bijdragen omdat er onvoldoende draagkracht is. De draagkracht is (nog) een complexe berekening waar met veel factoren rekening gehouden moet worden. De basis bestaat uit de optelsom van een minimumloon verhoogd met woonlasten en ziektekostenpremie. Als dit bedrag op het loon in mindering wordt gebracht blijft er een bedrag over waarvan (meestal) 60% beschikbaar is als draagkracht.

Laten we het voorbeeld van hierboven nemen. Het inkomen is € 3.000 minus de optelsom (minimumloon, woonlasten en premie) van stel € 2.000 dan blijft er dus over € 1.000 x 60% is € 600 aan draagkracht. Dit zou betekenen dat de behoefte van € 1.000 niet helemaal ingevuld kan worden, dit zou voor maximaal € 600 mogelijk zijn.

Jus

Het zou vreemd zijn als partner 1 € 600 betaalt en dus € 2.400 over houdt terwijl partner 2 in totaal op € 2.000 + € 600 is € 2.600 aan inkomen komt. Dit zou betekenen dat partner 2 meer inkomen heeft dan partner 1, dit kan niet de bedoeling zijn. Hiervoor wordt dus een vergelijk gemaakt, de jus-vergelijking, die stelt dat de betalende partner minstens evenveel inkomen moet overhouden als de ontvangende partner. In dit geval zou dit dus zijn bij een partneralimentatie van € 500. In dit geval hebben beide partners een inkomen van totaal € 2.500.

Partneralimentatie in overleg

Het is dus niet zo raar als partners in onderling overleg afspraken maken over partneralimentatie. Dit bedrag sluit vaak veel beter aan bij de werkelijke uitgaven. Dit betekent dat het ook begrijpelijker is voor zowel de betaler als de ontvanger waarom dit bedrag is afgesproken. Begrippen zoals hierboven uitgelegd zijn dan niet aan de orde. Belangrijk hiervoor is natuurlijk de bereidheid van beide partijen om hier afspraken over te willen maken. Nadeel zou kunnen zijn dat je dan niet weet waar je recht op hebt of wat je verplicht bent. Daarom wordt het vaak toch uitgerekend volgens de regelgeving en vindt daarna het onderlinge overleg plaats. Soms is het fijn te weten dat je als partner 2 recht hebt op € 500 en dus dat het een plicht is voor partner 1. Maar dat jullie samen prima kunnen leven met een lager of hoger bedrag omdat jullie dat zelf hebben afgesproken.

Duur partneralimentatie in overleg

Als je partneralimentatie afspreekt maak je ook afspraken over de duur daarvan. Vaak is de inkomenssituatie van de partner die de partneralimentatie ontvangt direct na de scheiding lager dan daarna. De ontvangende partner zal moeten zorgen voor meer inkomen want de betalende partner zal meestal niet levenslang willen blijven betalen. Maar je mag in onderling overleg natuurlijk bepalen hoe lang je elkaar wilt blijven helpen. Uiteraard zijn er ook regels voor vastgelegd in de wet. Deze regels bepalen voor de meeste stellen dat de duur niet langer is dan 5 jaar. Hierop zijn een aantal uitzonderingen. De gedachte achter deze wetgeving is dat iemand binnen een termijn van 5 jaar in staat moet zijn om het eigen inkomen op voldoende niveau te krijgen zodat hij/zij in eigen levensonderhoud kan voorzien.

Wijzigen partneralimentatie

Soms is het mogelijk om gemaakte afspraken tijdens de scheiding, later te wijzigen. Denk bijvoorbeeld aan stijging of daling van inkomens maar ook wijzigingen in de huishouding, hertrouwen bijvoorbeeld. Het is verstandig om hier vooraf goed over na te denken en de afspraken zoveel mogelijk vast te laten leggen in het convenant.

Geen partneralimentatie

Geen, nihil dus, partneralimentatie wordt ook wel een nihil-beding genoemd. Je spreekt duidelijk met elkaar af dat je over en weer geen partneralimentatie zult betalen. Dit kan prima als je beide voldoende inkomen hebt maar ook als je principieel geen partneralimentatie afspraken wilt maken. Ook hiervoor geldt dat het misschien wel prettig is om te weten waar rechten en plichten zich bevinden en dat dus een berekening hiervoor nodig is. Vaak wordt bij een nihil-beding ook een niet-wijzigings-beding opgenomen. Wat partijen dan willen vastleggen is dat zij nu niet maar ook nooit niet gehouden willen worden aan het over en weer betalen (en dus ook ontvangen) van partneralimentatie. Feitelijk stel je dan dat een wijziging van omstandigheden geen aanleiding kan zijn voor het herzien van de afspraken. Een rechter kan dit, in bijzondere omstandigheden, nog wel overrulen in een zitting.

Als je niet wilt dat een nihil-beding ooit nog herzien kan worden dan kun je dit ook afspreken. Technisch gezien wordt dan het bedrag op 0 of nihil gesteld maar ook de duur op 0 of nihil. Deze afspraak is dan ook niet meer te herzien, ook niet door een rechter. Zelf de meeste gemeenten zullen een dergelijke afspraak erkennen als zij een beroep doen op hun verhaalsrecht. Een gemeente die een bijstandsuitkering moet doen aan een burger kan dit soms verhalen. Deze burger moet dan nog wettelijk recht hebben om dit te ontvangen omdat de wettelijke duur nog niet is verstreken. Uiteraard kan een gemeente nooit meer verhalen dan er draagkracht is. Er wordt dus een actuele berekening gemaakt.

Conclusie

Partneralimentatie in overleg is zeer goed mogelijk. Goede voorlichting is wel essentieel en vaak is ook een complete berekening erg behulpzaam. De vastlegging luistert soms ook erg nauw. Dit betekent dat partneralimentatie in overleg goed begeleid moet worden zodat alle gevolgen duidelijk zijn en juridisch correct worden vastgelegd. Binnen de scheidingsmediation is hier volop aandacht voor.